Amarant is supergezond, maar vooral supermakkelijk. Het is een erg veelzijdig gewas waarvan je bladeren en zaden kunt oogsten. Het mooie is dat je heel de zomer en herfst kunt genieten van deze opvallende sierlijke en kleurrijke planten in je tuin of op je balkon.
Amarant was het heilige voedsel van de Azteken. Zijn oorsprong ligt zo’n zevenduizend jaar geleden in Mexico. Ten tijde van de eerste Europese contacten was de teelt van amarant even belangrijk als die van maïs. Vreemd genoeg verdwenen de planten enkele decennia na de ontdekking en de kolonisatie van Amerika. Ook in Afrika en Azië komen de planten in het wild voor en werden ze eeuwenlang gecultiveerd.
Net als quinoa is amarant niet echt een graan. Botanisch zijn de planten meer verwant aan spinazie en de biet. Zijn hernieuwde populariteit dank de plant vooral aan zijn eenvoudige teelt en indrukwekkende groeikracht in combinatie met de hoge opbrengst en opvallende voedingswaarde.
Er zijn twee belangrijke groepen: Selecties gericht op de teelt van de zaden (Amaranthus cruentus en A. hypochondriacus) en selecties die meer gericht zijn op de teelt en oogst van de bladeren (A. tricolor en A. gangeticus, beter bekend als bayam, klaroen en calaloo.). De zaadselecties zijn echter ook bruikbaar voor hun bladeren en de bladvarianten geven ook bruikbaar zaad.
Amarant zaaien en uitplanten
Amarant is een eenjarige niet-winterharde plant met heel fijn zaad. Kiemen lukt vanaf 10°, groeien gaat prima bij 20°C en de planten hebben geen probleem met 30 °C. De plant geeft er de voorkeur aan om direct ter plaatse in de tuin gezaaid te worden. Dat kan vanaf begin mei zodat de jonge planten net aan de laatste nachtvorst ontsnappen. Wie toch liever wil voorzaaien kan midden april binnen of onder glas starten. Zaai dun uit bij voorkeur in verteerbare zaaipotjes. Na een week of twee komen de jonge planten boven de grond. Plant de zaailingen voorzichtig uit in een grote pot of in de volle grond. Hoe meer ruimte de planten krijgen, des te sterker zullen ze ontwikkelen. Eén plant per 20 cm geeft stevige planten tot ruim twee meter hoog. Dichter bij elkaar planten geeft kleinere planten maar die zullen even kleurrijk en productief zijn.
Amarant kweken in pot
Amarant is een makkelijk gewas dat ook prima in een pot groeit. Start voor het zaaien in een 3 cm verteerbaar zaaipotje, zet de planten na drie weken over en bij voorkeur iets dieper in een pot van 9 cm of 1 liter en zet die na weer drie tot 5 weken, opnieuw iets dieper met drie planten in een 20 tot 30 cm pot. Voldoende water en telkens goede potgrond zorgen voor een snelle en sterke groei. Extra plantenvoeding is niet nodig, de planten groeien van nature al sterk en hoog genoeg. Tegen de herfst kun je enkele steunstokken aanbrengen om de planten ook bij stevige wind overeind te houden.
Mooi van vorm en kleur
Na de grote kleurrijke bladeren verschijnt al snel de even kleurrijke bloei. Zo start een lange periode met volop kleur en structuur van in de vroege zomer tot diep in de herfst. Er zijn lichtgroene, goudgele, bronskleurige, zachtroze en dieprode varianten. Sommige bladeren hebben twee of drie kleuren en een aantal selecties geven twee of drie tinten in de bloei en de zaden. Alles samen goed voor ruim vier maanden lang opvallende kleurrijke, sierlijke en decoratieve planten in de tuin.
Amarant oogsten als bladgroente
Amarant is zo’n beetje in al zijn vormen eetbaar. Voor een snelle oogst kweek je amarant microgroenten. Kun je wat langer wachten en geef je elke plant wat meer ruimte, dan is amarant een ideale pluk- en snijgroente. Net als tuinmelde, sla en snijbiet kan het blad van amarant zowel rauw (in hun jonge vorm) als gekookt (voor de grotere bladeren) gegeten worden. De smaak van het blad is zacht en aangenaam. Gebruik amarantblad in gerechten waar je anders spinazie voor zou gebruiken.
Zaden amarant oogsten
De belangrijkste en mooiste oogst is natuurlijk het zaad. Voor een goede oogst wacht je tot de planten helemaal uitgegroeid zijn. Vaak is dat één, soms zelfs tot twee of zelfs drie meter hoog. De planten hebben dan letterlijk duizenden kleine zaadjes gevormd. De planten bloeien lang en indrukwekkende zaadpluimen vormen dus ook zaden over een lange periode. Je oogst die zaden door langs die rijpe pluimen te wrijven. Voel je wat vallen dan is het tijd om de zaden een eerste keer te oogsten. Gebruik een schaal of bak om de zaden op te vangen. Door de pluimen te wrijven vallen de rijpe zaden in je schaal. Je kunt deze manier van oogsten wekelijks herhalen tot de herfstregen of de eerste vorst het rijpen van de zaden in gevaar brengt.
Dan wordt het tijd om de planten onderaan af te snijden en ondersteboven op een droge luchtige plaats te laten drogen. Door om de twee weken langs die planten te wrijven oogst je de resterende zaden. Schud de zaden door de wind of gebruik verschillende zeven om kaf en zaad te scheiden. Lukt dat niet, giet je zaden dan in water. De zaden zullen zinken en het kaf gaat drijven en kun je vervolgens afgieten. Je zaden moet je dan wel nog nadrogen om te bewaren.
Amarant kweken als microgroente
Voor de snelste oogst kweek je amarant als microgroente. Dat kan vrijwel het hele jaar en gaat prima op je vensterbank. Vouw een vel keukenpapier driedubbel en leg dat op een bord of schoteltje. Giet voorzichtig wat water op het keukenpapier tot het volledig verzadigd is. Strooi de wat amarantzaadjes erop en dek het geheel af met een omgekeerd tweede schoteltje. Zo staan de zaden donker en lekker vochtig.
Laat de zaden kiemen op kamertemperatuur. Dit duurt zo’n twee tot drie dagen. Haal dan het bovenste bordje weg zodat de kiemen volop licht krijgen. Na een week kun je met een schaartje oogsten. Zorg indien nodig voor een beetje extra vocht. Amarant kan ook als kiemgroente geteeld worden.
Kiemgroenten en Microgroenten
Voedingswaarde
Amarant bevat veel proteïnen, mineralen, saponine, vezels, onverzadigde vetzuren, vitaminen uit het B-complex, vitamine A en C. Die kleine zaadjes bevatten 18 belangrijke aminozuren en er zitten geen gluten in. Dat wordt aangevuld met een mooie hoeveelheid Mangaan, Fosfor, Magnesium, IJzer, Zink, Calcium en Kalium. Amarant is een flink stuk voedzamer dan de meeste graansoorten en verdient dus terecht de term van Superfood.
Amarant in de keuken
Amarantzaad is meteen klaar voor gebruik. Even wassen en spoelen en je kunt het koken in 2,5 maal zijn volume aan water. Kook het 15 tot 20 minuten op een zacht vuurtje en laat het nog een tiental minuten rusten. Zo heb je een dikke stevige pap. Met toevoeging van noten- of granenmelk heb je een lekker ontbijt. Gekookt in melk kun je het omtoveren tot een zoet dessert. De amarantzaden kun je ook mengen met andere granen of fijngesneden groenten voor het maken van bijvoorbeeld groenteburgers.
Voor toepassingen in taart, gebak of brood vermaal je de zaden in een blender tot meel. Amarantzaden zijn ook heel goed te poffen.
Recept Amarantzaad poffen
Meer inspiratie:
Recept Alegria met gepofte amarant
Wildplukken: DaslookKiemgroenten en Microgroenten
Het magazine
Los kopen
€ 7.95
Abonneren
Vanaf € 22.50
Stadstuinieren 2018-04 Tekst en fotografie: Peter Bauwens